Gastblog van Ludo Driesen

Naar traditie is ook dit jaar de maand maart ‘Jeugdboekenmaand’, een leescampagne in Vlaanderen. De organisatie ‘Iedereen Leest’ vraagt aandacht voor het plezier van lezen en voorlezen bij onze jeugd. Er wordt vaak gezegd dat jongeren niet meer lezen. Maar is dat ook zo?

Photo by Seven Shooter on Unsplash

Jeugdboekenmaand

Helden en schurken

De Jeugdboekenmaand is ontstaan in 1972. Toen had het initiatief de naam ‘Jeugdboekenweek’ en duurde twee weken. In 2017 werd de Jeugdboekenweek uitgebreid tot een Jeugdboekenmaand. In 2022 bestaat Jeugdboekenmaand 50 jaar.

De Jeugdboekenmaand is gericht op kinderen en jongeren tussen 3 en 15 jaar. Iedereen Leest zorgt voor boekentips, inspiratie en het verspreiden van promotiemateriaal. De organisatie werkt samen met o.a. bibliothekenscholenboekhandels en andere partners, zoals Cultuurconnect, het steunpunt voor openbare bibliotheken en cultuurcentra en Boek.be, een organisatie van het boekenvak.

In maart 2022 is het thema van de Jeugdboekenmaand ‘Helden en schurken’. De peter en meter zijn Dempsey Hendrickx en Fatinha Ramos.

Leesgedrag van kinderen tussen 10 en 13 jaar

Blijven inzetten op leesbevordering is ook in de digitale eeuw van essentieel belang.

Er wordt nogal gemakkelijk gezegd dat ‘de jeugd van tegenwoordig’ niet meer leest. Ze is immers nog uitsluitend digitaal bezig. Deze uitspraak is een onjuiste veralgemening. De kwestie van het ‘leesgedrag’ van onze kinderen en jongeren dient genuanceerd te worden benaderd. Het is niet zo eenvoudig om leesgedrag te definiëren en te bestuderen. Het leesgedrag moet alleszins per leeftijdscategorie worden bekeken. Het onderzocht leesgedrag betreft zowel fictie, informatieve boeken als strips.

Ik wil in deze blog het leesgedrag van de 10- tot 13-jarigen even onder de loep nemen. Dit is de leeftijdsgroep waartoe mijn boeken op de eerste plaats gericht zijn. Het Kraaiennest, Kinderspel en De Bomaanslag omschrijf ik graag als ‘jeugdmisdaadboeken’, ofschoon ik merk dat ook volwassenen ze graag lezen. Wat overigens over heel wat ‘jeugd’-boeken kan worden gezegd. (Zie ook  mijn blog ‘Voor wie schrijven’ hier op Boekenerf)

Uit onderzoek van 2018 blijkt dat 84% van de 10- tot 13-jarigen zegt te lezen, 16% zegt nooit te lezen. Maar niet elke lezer leest evenveel. 40% van de jongeren zegt minstens wekelijks te lezen. Zo’n 46% zegt maandelijks of minder dan maandelijks te lezen.

Ook het bibliotheekbezoek werd bevraagd.74% van de kinderen en jongeren zegt de bib te bezoeken. 26% zegt nooit naar de bib te gaan. Niet elke bibliotheekbezoeker gaat even vaak naar de bib. Slechts 7% van de jongeren zegt wekelijks naar de bib te gaan. 36% zegt maandelijks naar de bib te gaan. 31% zegt minder dan maandelijks naar de bib te gaan.

We kunnen dus besluiten dat kinderen en jongeren nog wel lezen. Wanneer we ook het leesgedrag van de ‘oudere’ jongeren in rekening nemen alsook de evolutie van het lezen over de jaren heen moeten we zeggen dat er toch een proces van ont-lezing plaatsgrijpt. Dat blijkt ook uit internationaal vergelijkend onderzoek naar leesvaardigheden van kinderen en jongeren.

Onderzoekers spreken ook wel van het ‘nieuwe lezen’ en van ‘veel-lezers’. Hiermee bedoelen ze dat de jeugd mogelijk minder boeken en strips leest, maar des te meer digitaal materiaal. Het gaat dan vooral om informatie.

Maar onderzoekers vinden dat het ‘gewone lezen’ meer én beter kan. Blijvend inzetten op leesbevordering, met de nodige aandacht voor leesmotivatie en een stimulerende leesomgeving, is ook in een digitale eeuw van essentieel belang.

Picture by Liliana Drew on Pexels

Moeder waarom lezen wij?

Lezen verruimt ons wereldbeeld en bevordert een gelukkig zielenleven – lezen, leren, leven!

Het is ongetwijfeld zo dat de wereld steeds meer digitaliseert waardoor kinderen en jongeren  ook steeds meer ‘digitale vaardigheden’ moeten aankweken. Is het dan niet beter dat ze hun tijd steken in het omgaan met digitale toepassingen dan met het lezen van papieren (of digitale) boeken? Neen dus! Het lezen verdient wel degelijk zijn plek in de opvoeding van kinderen en jongeren.

Lezen heeft een belangrijke plaats in onze kennismaatschappij. Dagelijks worden we geconfronteerd met informatieteksten in allerlei sociale situaties, zowel digitaal als op papier. En die informatie moet ook door iemand geschreven worden. Op het werk zou 80 procent van onze bezigheden uit lezen en schrijven bestaan. Het is dan ook niet te verwonderen dat lezen de kansen op succes in zowel de studie als het werk verhoogt. Niettemin is één op zeven volwassen Vlamingen laaggeletterd. Dat is meer dan een half miljoen Vlamingen!

Lezen verhoogt een aantal cognitieve vaardigheden. Om te beginnen en vanzelfsprekend ontwikkelt lezen onze leesvaardigheid. Lezen is ook al even vanzelfsprekend belangrijk voor onze taalontwikkeling met o.a. uitbreiding van de woordenschat. Dat geldt ook voor kleuters aan wie wordt voorgelezen. Via lezen slaan we kennis en informatie op. Dat gebeurt bij het lezen van fictie zowel als van educatieve boeken. Hiermee verruimen we ons denken en wereldbeeld. Tot slot trainen we bij het lezen ook ons concentratievermogen.

Lezen is bevorderlijk voor onze sociale ontwikkeling, ondanks dat het een ‘eenzame’ bezigheid is. Lezers zijn blijken meer betrokken te zijn op de mensen uit hun omgeving dan niet-lezers. Lezers durven gemakkelijker onbekenden aan te spreken en er een gesprek mee aan te gaan.

Ook op psychologische vlak zijn er gunstige effecten van het lezen te melden. Al lezend ontdekken we onszelf. Hetzij door je te herkennen in personages, hetzij door juist afstand te nemen van personages omwille van een botsend karakter. Door de confrontatie met gedachten, gevoelens en gedrag van verschillende personages in diverse situaties verhoogt lezen het empathisch vermogen.

Lezen bevordert zelfs een gelukkig zielenleven. Boven de nis van de bibliotheek van Alexandrië was de tekst ‘plaats ter genezing van de ziel’ gebeiteld. Dus ook in de oudheid kent men al de ‘geneeskundige kracht’ van het lezen. We mogen bijvoorbeeld denken aan troost bij rouw, het herkennen van je eigen emotionele problemen in die van een ander. Zo heeft ook samen lezen en de teksten bespreken een heilzame invloed. Dat blijkt uit onderzoek bij gedetineerden, dementerenden en mensen met een chronische ziekte. Boeken kunnen een middel zijn tegen stress. Als je leest vergeet je even alles rondom je, waardoor je ook fysiek ontspant. Lezen kan, samen met andere intellectuele bezigheden, helpen om het risico op dementie te verminderen.

Er zijn zelfs onderzoeken die aantonen dat er een verband is tussen lezen en langer leven. Ook al is dat verband wel complex.

Om al deze redenen is mijn slogan naar kinderen en jongeren toe: lezen, leren, leven…

Lezen bevorderen

‘Woorden wekken, voorbeelden trekken’ is een pedagogisch adagio!

Hoe kunnen we onze kinderen en jongeren, die blijkbaar dreigen te ont-lezen weer aan het boek krijgen?

‘Woorden wekken, voorbeelden trekken’ is een pedagogisch adagio! Dat geldt trouwens voor veel gedrag.  Een belangrijke stimulans voor het lezen is zien en horen lezen. We denken dan op de eerste plaats aan het goede voorbeeld dat ouders, maar ook oudere broers en zussen geven.

Ook scholen en bibliotheken proberen kinderen en jongeren te stimuleren om boeken te lezen. Ik noem een aantal acties. Scholen schakelen voorleesmoeders bij de kleinsten in, in veel lagere scholen is er een dagelijks leeskwartier, kinderen krijgen opdrachten bij boeken, zoals boekbesprekingen maken en die voorstellen aan hun klasgenoten. Wat ik zelf al vaker heb mogen meemaken is dat scholen schrijvers uitnodigen om over hun werk te spreken en eruit voor te lezen. Ik kan niet genoeg beklemtonen hoe leuk ik dat zelf vind.

Bibliotheken gaan naar scholen toe of organiseren in de bib zelf activiteiten zoals schrijvers uitnodigen, voorleessessies aanbieden aan de kleinsten, creatief bezig zijn rond boeken, het organiseren van workshops, het inrichten van tentoonstellingen, het organiseren van een leesjury met leuke prijzen, niet alleen voor de schrijvers, maar ook voor de leesgrage juryleden. Met deze al te summiere opsomming doe ik scholen en bibliotheken wellicht tekort.

En tot slot: de Jeugdboekenmaand zelf brengt het lezen door jongeren onder de aandacht en inspireert tot lezen.


Jeugdliteratuur is minderwaardige literatuur

‘Als schrijver kiezen voor jeugdliteratuur is dat literaire zelfmoord. Jeugdliteratuur is geen literatuur. Het is hooguit een speeltuin voor wie het echte werk niet aankan. Iemand schrijft een jeugdboek omdat hij niet beter kan.’

Jeugdliteratuur wordt nog al te zeer beschouwd als minderwaardig. Uitspraken als ‘Als schrijver kiezen voor jeugdliteratuur is dat literaire zelfmoord.’, ‘Jeugdliteratuur is geen literatuur. Het is hooguit een speeltuin voor wie het echte werk niet aankan.’ en ‘Iemand schrijft een jeugdboek omdat hij niet beter kan.’ zijn veelzeggend!

Hierboven heb ik de voordelen van lezen voor kinderen en dus van het lezen van jeugdliteratuur reeds aangehaald. In mijn blog ‘Voor wie schrijven’ hier op Boekenerf heb ik geargumenteerd dat jeugdboeken zowel voor volwassenen als voor kinderen belangrijk en boeiend zijn.

Ik wil het hier ook nog even hebben over de voordelen van het tegelijk lezen van hetzelfde ‘jeugd’-boek door ouders en kinderen. En van het voorlezen van ouders aan kinderen. En andersom!

We zeiden al dat zien lezen doet lezen, en als dat dan nog hetzelfde boek is biedt dat extra voordelen. Samen lezen versterkt de band tussen ouders en kind. Er is immers communicatie tussen over de inhoud van het boek, de schrijfstijl, de illustraties, de persoonlijke betekenis, de kwaliteit… Kinderen (en ouders!) leren dat er verschillende zienswijzen bestaan, dat men naar eenzelfde fenomeen – het verhaal van het boek – op verschillende manieren kan kijken. Zo leren kinderen en jongeren om minder te polariseren.

Iemand schreef: ‘Er bestaat geen onderscheid tussen jeugdboeken en boeken voor volwassenen. Er bestaan alleen goede en slechte boeken.’

De Boon

De Boon is een impliciete erkenning voor de gelijkwaardigheid van jeugd- en volwassenenliteratuur.

Op 24 maart 2022 wordt te Oostende voor de eerste keer de ‘Boon’ uitgereikt. De Boon verwijst naar de uitdrukking ‘een boon hebben voor…’. In dit geval voor literatuur. De Boon is een Vlaamse literatuurprijs, die ook Nederlandse schrijvers kunnen winnen. De Boon is een dubbele literatuurprijs, één voor schrijvers voor volwassenen en één voor schrijvers voor kinderen en jongeren. Bovendien krijgen de winnaars van beide categorieën dezelfde prijs (50.000€). Daarom is de Boon een impliciete erkenning van de gelijkwaardigheid van jeugd- en volwassenenschrijvers. Die erkenning komt niets te vroeg!

De uitsmijter van de Jeugdboeken-maand

Van maand tot jaar

De Jeugdboekenmaand duurt de hele maand maart. Maar eigenlijk duurt de Jeugdboekenmaand het hele jaar door.

Mijn belangrijkste informatiebronnen zijn de website van ‘Iedereen leest’ (25 augustus 2020) en De Standaard der Letteren (5 februari 2022).

Over de auteur van deze blog

Ludo Driesen, °17 februari 1955, van opleiding klinisch kinder- en jeugdpsycholoog, heeft bijna 40 jaar als hulpverlener in een Centrum Geestelijke Gezondheidszorg gewerkt en is inmiddels gepensioneerd. Hij woont in Pelt.

Hij publiceerde bij Garant-Uitgevers te Antwerpen en Apeldoorn een reeks non-fictieboeken. Ondertussen heeft hij zich ook op het pad van de fictie begeven, met spannende boeken voor jongeren.

Ontdek hier meer over Ludo’s werk