Foto: Jo Cuenen
Zondagmorgen, 7.00 uur. Douwe, mijn Zwitserse herdershond, komt naast mijn bed en raakt, zoals elke morgen, met zijn snuit even mijn gezicht aan. Goeiemorgen vrouwtje, sta je nu op? Ik ken zijn ochtendritueel en zijn gedachten als geen ander!
De vroege felle ochtendzon lokt ons naar buiten. Douwe wordt gek als ik de wandelschoenen al aandoe. En dan, hup, de auto in. Het dorp slaapt nog. Geen auto te bekennen. Het lijkt wel een autoloze zondag. Het lijkt wel alsof Douwe en ik de enigen op de wereld zijn. Het lijkt wel alsof we in een film zijn beland. Een vreemde constatering en gewaarwording.
Maar dan parkeer ik mijn auto en Douwe springt – zo gek als een deur – uit de auto. Ik ben naar het mooie natuurgebied Hattem in Roermond gereden. Ik begroet de prachtige Galloway-runderen die hun ‘ontbijt’ nog aan het verwerken zijn. Meneer de Wit (Douwe) kijkt niet naar ze om. Hij is druk bezig een stok te zoeken zodat hij me dadelijk het sein ‘gooi maar’ kan geven.
We gaan door het houten hek en zijn onderdeel van dit prachtige natuurdecor! Een aantrekkelijk leefgebied voor veel dier- en vogelsoorten. De runderen maken het plaatje af! Hier vergeet ik even mijn zorgen en het coronavirus. Het lijkt net of het hier niet bestaat. Zo raar. Af en toe krijg ik een zware stok voor mijn voeten gelegd. Ik werp hem ver weg en Meneer de Wit spurt eropaf. Ondertussen kijk ik om me heen en zie hoog in een verdorde boom een ‘stelletje’ zitten. Ik kan niet herkennen welke vogelsoort het is. Mijn ogen zijn te slecht en mijn vogelkennis idem dito. Maar ze hebben supervisie over het hele gebied. Ik loop verder en word getuige van een enorme ‘burenruzie’. Enkele ganzenparen maken ruzie met elkaar. Vliegen elkaar bijna in de veren! Ook in het luchtruim boven me is het druk. Drie ‘zweefvliegtuigen’ dalen neer met veel kabaal en bombarie. Ze landen in het water bij de ruziënde ganzen. Nog meer ganzen gaan zich met de ruzie bemoeien. De kleine waterhoentjes en meerkoetjes zwemmen er gewoon omheen. Ze zijn, net als ik, passerende getuigen. Dan zie ik in de verte op een boomtak nog iemand die het allemaal maar laat gebeuren, Eppo, de blauwe reiger. Hij is de rust zelf! Als ik met Meneer de Wit voorbijloop, blijft hij gewoon lekker zitten.
Wat gaat een uur snel voorbij, mijn wandeling zit er bijna op. Ik moet dit prachtige ‘decor’ weer gaan verlaten. Terug naar de harde werkelijkheid!
De runderen hebben hun ontbijt al achter hun kiezen en lopen vrij door het natuurgebied. Echter, ze lopen net dáár waar ik moet lopen om bij het hekje te komen. Ik heb dus nog één hindernis te trotseren; vlak langs de runderen lopen. Meneer de Wit heb ik inmiddels aangelijnd. Die is zo gefocust op zijn stok, dat hij de runderen nog niet ziet. De runderen kijken me allemaal aan terwijl ik hun passeer. “Jongens, eet lekker door van jullie sappig gras, ik kom er wel uit!” Pffff. Gelukt! Samen met Meneer de Wit verlaat ik, ongeschonden, dit prachtige gebied.
Dit mooie begin van de dag heeft me weer even blij gemaakt. (Meneer de Wit is altijd blij). Wat een zonnetje en de natuur toch een weldaad voor je ziel kan zijn.
(c) Renée Gellings
Over de auteur van deze blog

Renée Gellings (1962) is geboren en getogen in het Limburgse Roermond. Ze is getrouwd en moeder van twee jongvolwassen kinderen en van Douwe, een 3-jarige, ondeugende Zwitserse herdershond.
Renée begon te schrijven tijdens een burn-out begin 2017. Enkele maanden daarvoor was haar eerste hond Eros, een Schotse Collie tricolor, overleden. Renée schreef het verdriet van zich af door Eros levensverhaal op te schrijven, want haar gezin was zijn vierde eigenaar. Dit resulteerde in twee kinderboeken.
Na een opleiding kortverhalen schrijven, gaf ze een verhalenbundel voor volwassenen uit.
Geef een reactie