foto’s: Ludo Driesen

Hoe nog mens zijn

Ken je hen nog
Je partner je kinderen
Of zijn het vrome onbekenden

Maken je geliefden je bang
Of doen ze je schaterlachen
Omdat je ze potsierlijk vindt

Weet je nog wat gisteren was
Of bestaat zelfs vandaag niet meer
En loop je verloren in de tijd

Wat rest er nog van je leven
Met zorgen en feesten
Met blije en droeve dagen

Herken je jezelf nog in de spiegel
Of is je beeld een spook geworden
Dat je alleen maar angst aanjaagt

Je gedachten lopen verloren
In je hoofd vol spinrag
Een en al bizarre verwarring

Wanneer iemand
Je liefdevol omarmt
Verwordt rust tot onrust

Soms verdrinken
Je ogen in hun eigen tranen
Geraak je overspoeld door intens verdriet

Dan weer sla je verbeten
Met je handen op de tafel
Vechtend tegen de demonen in je hoofd

Wanneer iemand
Je wonden verzorgt
Verandert hoop in wanhoop

Je stemming verliest zichzelf
In een bizarre wereld
Je gemoed een puinhoop

Je ogen staren stil voor zich
In ongrijpbare leegten
Wil en weg verloren

Hoe kan je mens zijn
Zonder te weten
Zonder te denken
Zonder te voelen
Wat echt is

©Ludo Driesen

Vogelvriend

Mensenwoorden spreekt de man geen een
Horen doet hij er nauwelijks een
Ieder vindt hem vreemd en gek
Vermijdt hem en zijn schamele stek

Maar elke avond zit hij daar
Helemaal voorbereid kant en klaar
Op zijn eigen bankje bij de zee
Een zak vol broodjes heeft hij mee

Hij zit er op zijn gemakje aan de kant
Strooit stukjes brood met gulle hand
Zijn vrienden dansen om hem heen
Van zijn maatjes ontbreekt er nauwelijks een

Ook al zijn ze met zoveel
De man houdt van al zijn vogels evenveel
Van de duiven uit de grote stad
En de meeuwen boven zee ‘t zijn er nogal wat

‘s Avonds op zijn bankje lacht hij van geluk
Het einde van de dag kan niet meer stuk
Stilaan houdt hij op met zachtjes wenen
De eenzaamheid van overdag is gans verdwenen

Zijn vogels begroeten hem met roeken en gekras
Alsof het een vrolijk concert van de grote Mozart was
Nu lukt het wel om te luisteren en te praten
Dat heeft voorzeker ook Sint-Franciskus in de gaten

©Ludo Driesen

Kinderen in de mist

Kogels fluiten door de lucht
Bommen slaan de aarde
Gas vergiftigt de adem

Wanneer de rook om het hoofd is verdwenen
Wanneer het stof eindelijk is neergedaald
Wanneer de mist is opgetrokken

Geen meer
Huis om in te wonen
Ouders om te beschermen
Broers en zussen om samen te zijn
Voedsel om te eten
School om te leren
Vriendjes om te spelen
Dokters om te genezen

Veel meer
Angst voor nog groter verlies
Verdriet om wat niet meer is
Boosheid om levenslang te haten

Wat rest
Bolle buikjes van de honger
Kilte ondanks de hitte van de oorlog
Speelbal van nietsontziende machtspotentaten
Geen toekomst
Om van te dromen
Om op te bouwen
Om in te leven

Geen vijand om van te winnen
Geen land om naar te vluchten
Geen plek om in jezelf te kruipen
Geen moment om te zijn wie je bent

©Ludo Driesen

Over de auteur

Ludo Driesen, °17 februari 1955, van opleiding klinisch kinder- en jeugdpsycholoog, heeft bijna 40 jaar als hulpverlener in een Centrum Geestelijke Gezondheidszorg gewerkt en is inmiddels gepensioneerd. Hij woont in Pelt.

Hij publiceerde bij Garant-Uitgevers te Antwerpen en Apeldoorn een reeks non-fictieboeken over slaapproblemen bij kinderen, buikpijn bij kinderen, straffen en belonen, kalverliefde en enkele werken over kinderen en echtscheiding.

Ondertussen heeft hij zich ook op het pad van de fictie begeven. In 2018-2019 publiceerde hij bij uitgeverij Schrijverspunt in Nederland ‘Het Kraaiennest’ en in 2019-2020 ‘Kinderspel’. In 2021 publiceerde hij bij uitgeverij Het Punt in Vlaanderen ‘De Bomaanslag’.